Als uw werknemers zich niet goed voelen op hun werk, kan dit zorgen voor stress. Bijvoorbeeld door een hoge werkdruk of ongewenste omgangsvormen. Dit heet psychosociale arbeidsbelasting (PSA). U moet een PSA-beleid hebben om (gezondheids)klachten te voorkomen.
Wat is psychosociale arbeidsbelasting?
Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) gaat over stress door ongewenst gedrag of een te hoge werkdruk. Dat kan zorgen voor lichamelijke, psychische en sociale klachten waardoor uw werknemers minder goed hun werk kunnen doen. Dat kan leiden tot meer ziekteverzuim, burn-outs en soms zelfs langdurige ziekte of arbeidsongeschiktheid. U moet psychosociale arbeidsbelasting (PSA) bij uw werknemers zoveel mogelijk voorkomen.
Lees meer over psychosociale arbeidsbelasting.
Oorzaken van PSA
Als werknemers psychosociale arbeidsbelasting ervaren, kan dat verschillende redenen hebben. Zoals:
Lees meer over psychosociale en fysieke belasting op werk.
Is een PSA-beleid verplicht?
U bent verplicht om een beleid te maken tegen psychosociale arbeidsbelasting. Dat hoort bij de arbeidsomstandigheden en het arbobeleid voor uw personeel. Het PSA-beleid is onderdeel van uw Arbobeleid. Het zorgt dat uw werknemers veilig en gezond kunnen werken. Als u geen PSA-beleid heeft, kan de Nederlandse Arbeidsinspectie maatregelen nemen. U kunt hiervoor hoge boetes krijgen.
PSA-beleid maken
U maakt een PSA-beleid op basis van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) van uw bedrijf. Uit de RI&E blijkt wat de gezondheids- en veiligheidsrisico’s voor uw werknemers zijn. U beschrijft eerst wanneer uw werknemers last kunnen krijgen van de psychosociale arbeidsbelasting en wat de oorzaken kunnen zijn. Daarna maakt u een plan van aanpak met maatregelen om PSA te voorkomen en verminderen.
U moet regelmatig beoordelen of de maatregelen helpen.
Maatregelen tegen PSA
U kunt de volgende maatregelen nemen tegen psychosociale arbeidsbelasting:
- Zorg dat uw werknemers weten dat ze bij u of hun leidinggevende terecht kunnen als ze willen praten.
- Stel een vertrouwenspersoon aan. Werknemers praten met deze persoon wanneer zij niet naar hun leidinggevende kunnen of willen gaan. Zoals bij seksuele intimidatie. Lees hoe u een vertrouwenspersoon regelt.
- Maak een gedragscode (on)gewenste omgangsvormen. Bepaal wat gewenst gedrag is en hoe werknemers omgaan met elkaar en klanten. Zet hier ook in hoe u omgaat met ongewenste omgangsvormen en voer dit uit wanneer dit nodig is. Zoals bij pesten, seksuele intimidatie en agressie.
- Stel een klachtenprocedure op zodat werknemers hun klachten officieel kunnen delen.
- Doe onderzoek naar de oorzaken van werkdruk binnen uw bedrijf. Bijvoorbeeld met een anonieme vragenlijst of interviews.
- Geef voorlichting aan uw werknemers over psychosociale arbeidsbelasting. Bijvoorbeeld over werkdruk. Bespreek de risico’s voor uw werknemers, hoe zij dit herkennen en wat de gevolgen kunnen zijn. Vertel ook over de maatregelen die u heeft genomen.
Controleer of u genoeg doet tegen PSA
Wilt u weten of u genoeg doet tegen psychosociale arbeidsbelasting? Controleer dit met de zelfinspectietool Werkdruk en Ongewenst gedrag van de Nederlandse Arbeidsinspectie. Ook ontvangt u een lijst met acties en verbeteringen.
Wat moet uw werknemer zelf doen?
Uw werknemers zijn zelf ook verantwoordelijk. Voor zover zij dit kunnen, moeten uw werknemers zorgen voor hun veiligheid en gezondheid. Voor zichzelf en voor andere betrokken personen, zoals collega’s.